Zand ploegen en de wind trotseren

Zondag was de tijd rijp en beschikbaar om een lang gevecht met de elementen te trotseren. Water van de zee, lucht in de vorm van harde wind, aarde van zand en het vuur? Dat zat vanbinnen.

De Putters uit Oostkamp – geen bende vogelspotters noch motards – organiseerden Oostende – Duinkerke – Oostende. Op het strand. Goed voor 100 km krachttraining, zeker als je zoals ik maar één paar buitenbanden voor alle gebruik hebt. Maar dat ontdekte ik pas nadien toen iemand mij Victoria Tattoo Light banden met 1.2 druk aanraadde.

Onmiddellijk na de start reed ik al gauw voorlaatste. Ik kon nog een drietal golfbrekers mee in groep oversteken maar daarna waren ze foetsie. Een aantal renners waren dan ook echte profs zoals Cédric Defreyne die toevallig een student van mij is en niet toevallig profwielrenner bij EFC-L&R Vulsteke U23 Cycling Team. Kopwind aan 6-7 Beaufort duwde mijn gemiddelde snelheid naar 10 km/u voor de eerste 50 km.

Het zand lachte me uit en de zeewind floot me na. Ik vreesde een platte band te ontwaren maar het was mijn wiel dat permanent in het zand gezakt was waardoor de platte band gezichtsbedrog was. Heel soms hoopte ik dat hij echt plat was. Dan moest ik wel stoppen en de tram terug nemen naar Oostende. Maar ik had zo mijn redenen om mezelf te pushen naar het walhalla van zand en zout.

Ik had het mezelf gegund. Dat ik nog eens op het aantrekkelijke randje mocht balanceren van een mentaal hindernissenparcours tijdens een ultra duursport in een woeste, prachtige speeltuin die mij helemaal zou opzuigen. De volgende nacht zou Runcoach.be immers naar zijn wildernis vertrekken om te traillopen met Dixie Dansercoer. Hij Groenland, ik de Noordzee.

Ik had het mezelf beloofd. Dat sterke gevoel van door te zetten, in jezelf te blijven geloven in het diepste dal wanneer je twijfelt of je toch geen Don Quichote bent. Ik wist dat ik gewoon moest volhouden en niet flippen omdat het vloed werd, maar gewoon de Noord-Franse duinen moest induiken. Ik wist dat achteraf de roes van ongeloof, tevredenheid en trots zou komen.

De strandstrook tussen Zuydcoote en Duinkerke werd alsmaar smaller en het zand onberijdbaar. Sommige duinen hadden steile betonnen muren als een soort dijk aan het strand. Daar kon ik met mijn fiets niet op- of afklimmen. Dat ik maar gauw 50 km op de teller had, dan kon ik omkeren en de wind weer het hof maken in plaats van te verwensen.

Hoe lastig het soms was, ik genoot van de eenzaamheid op het strand en in de duinen. Het Noordzeestrand was 100 km lang van mij. Het was zondag en ik was op reis. Solo. Als een kleine ontdekkingsreiziger kwam ik terug thuis uit een andere wereld. Vuil, met rode wangen en voldoende positieve vibes om een hele week te overbruggen. Want natuurlijk droom ik ook van Groenland en Antarctica. 😉

Oudlandpolder eerste poging

Het plan was om deze namiddag solo de Oudlandpolder route te mountainbiken met een extra lus langs een bevriende boerin in Vlissegem. Dat zou met de rit naar de route en terug een slordige 70 km offline benenwerk opbrengen als er geen drachtige koe roet in het eten had gegooid. Trainingsdruk was er niet waardoor de speciale doch kortere rit alsnog een uiterst positieve CX oftewel customer experience leverde.

Ik fietste eerst vanuit hartje Brugge naar een zijstraat in Sint-Pieters langs het zeekanaal om in te pikken op de Oudlandpolder route die daar passeert. Meetkerke en Houtave en dan een afwijking van het parcours naar Vlissegem.

De stop bij Inge verliep helemaal anders dan verwacht. Onvoorziene koeienweeën in plaats van een koffie aan de keuken- of salontafel en weet je, dat eerste boeide mij meer. Praten tijdens het werken gaat ook. We zijn toch geen zitters.

Mountainbikeschoenen uit en rubberen klompen aan. Hup naar de stallen om te helpen emmers vullen met melk voor de kalveren. Met twee gaat dat sneller. Na de melk leidden we de koe naar de verlossingskamer. Het betrof een reusachtige dikbil. Wassen en buik scheren zodat de veearts bij aankomst de keizersnede kon uitvoeren. Ik hield het schaaltje met scalpels en scharen vast en stond alzo met mijn neus op 20 cm van de feiten te kijken. Inge had de kruiwagen voor het kalfje klaar gezet. Terwijl we de boorling in zijn bedje met stro legden was de veearts al aan het naaien. Wat een routine. Het leek wel een blitsbezoek.

Inge ruimde placenta en bloed weg terwijl ik kruiwagens veevoeder haalde, bakken vulde en voor de kalveren zette. Voor haar dagelijkse kost, voor mij bijzonder om onverwacht mee te doen. Het bezoek duurde daardoor langer dan in de agenda geprogrammeerd en voor die koffie kom ik zeker eens terug. Dat ik vandaag niet meer in Blankenberge en De Haan geraakte, was niet erg. Dit was minstens even actief en veel unieker voor mij. (Inge assisteert zo’n 130 geboortes per jaar.)

Ik fietste terug met een lusje langs Stalhille om zo weer in Houtave uit te komen en nog wat in de vooravond van de oktoberzon van de polders te genieten. Goed voor 39 km Indian Summer.

De bossen roepen

Het is geen geheim dat mijn energiepeil sinds september in een dip zit. Erg is het evenmin. Ik weet immers dat de tijd zich in cycli van op- en neergaan beweegt. Zoals een trail run of mountainbike rit in de Ardennen. First things first en soms zijn er flessenhalzen waardoor gezin en werk geduwd worden maar de fles toch verstopt. Of zoiets.

Bon. Probleem was natuurlijk dat we voor de HouffaRaid aan het trainen waren en geen extra tijd of energie aan de etmalen konden breien. Trainingstijd in sterk heuvelachtig gebied op de mountainbike die mijn maatje en ik hard nodig hadden om de zware offroad klimpartijen onder tijdsdruk meester te kunnen.

Twee weken geleden reden Kelly en ik naar Houffalize om het mountainbike parcours uit te testen. Doodmoe – ik viel de avond ervoor op restaurant aan tafel in slaap op nota bene mijn eigen verjaardagsetentje – maar met het voornemen dat er misschien nog uitgerust kon worden tegen race day. 960 positieve hoogtemeters op 25 km. Na 10 kilometer was het vet meer dan van de soep. Ik trilde van angst en frustratie. Dit was onmogelijk voor ons en we besloten dat we niet zouden starten op de HouffaRaid op 8 oktober.

Vandaag dus. Ondertussen hadden Runcoach.be en ik wel het hotel geboekt voor vier. Want vrienden zouden meekomen om te supporteren en te helpen met materiaal. Gisteren zijn we toch vertrokken met het voornemen er een gezellig, sportief weekend van te maken zonder druk, zonder moeten maar enkel met mogen.

We hebben twee keer hetzelfde mountainbike parcours vanuit Bastogne gereden. Een keer gisteren ter verkenning met zijn tweeën en een keer deze ochtend met zijn vieren. 338 positieve hoogtemeters op 27 km. Een derde van de hoogtemeters van het eerste MTB-deel van de HouffaRaid. Het mocht eens klein en helemaal niet uitputtend zijn. Geen schip is vergaan. Ik heb zo intens genoten van het samen iets leuks doen op een ontspannende manier zonder prestatiedruk.

De velden waren drassig en groen. De lokroep van de herfstbossen deed zijn werk. Zuurstof en een zee van paddenstoelen. Voor het eerst in weken voelde ik dat ik uit het slop geraakte en terug op mijn positieven kwam. Daarvoor waren enkel een mountain bike en modderplassen nodig. En het warme gevoel van liefde en vriendschap.

Voor en na (😉):

Trillende benen

Soms hoor je profwielrenners op de massamediakanalen zeggen dat ze slechte benen hebben. Tot voor kort kon ik me daar weinig bij voorstellen. Na een zware trail of marathon had ik uiteraard steeds een vreemd gevoel in de benen maar ondertussen weet ik hoe anders dit voelt na een zware rit en na een zware loop. Na het lopen voel ik het direct. Genoeg!, smeken de benen dan.

Mijn ervaring is dat ik tijdens en onmiddellijk na het mountainbiken niet besef dat het zwaar was. Ik zeg telkens met een grote glimlach – en niet om stoer te doen – dat ik mentaal moe ben van de techniciteit van dergelijke rit maar dat mijn lichaam het niet voelt. De focus, de adrenaline maar niet de fysische inspanning vermoeien me. Ondertussen heb ik begrepen dat offroad hoogtemeters fietsen wel iets met mijn benen doet en moet ik deze bewering toch bijstellen.

Dinsdagmorgen deed ik een klein, traag loopje met Joke in Koolkerke op een leuke locatie. We zouden 40 minuten aan 9 km/u lopen. Ik had er best zin in en was opgetogen eindelijk nog eens met haar te kunnen trainen. Doch na de zware mountainbike rit van zondag in Spa, ging het mij totaal niet af. Mijn scheenbenen deden pijn, mijn billen ook. De botten in mijn benen leken roestige knoken. Na amper 20 minuten sliep mijn volledig rechterbeen en ik leek wel buiten adem. Onvoorstelbaar maar ik telde botweg af tot de tijd om was. Logisch eigenlijk want ik weet best wel dat spieren wat tijd vragen om zich te herstellen. Maar ik wil zo graag alle tijd waarover ik beschik efficiënt benutten om te trainen.

Ik besefte dat mijn benen rust nodig hadden want zo zou ik onmogelijk de Trail des Fantômes van komende zaterdag in La Roche succesvol en genietbaar kunnen uitlopen. De hoogtemeters zijn genadeloos.

Maar ik had op woensdag nog een training op de agenda die ik absoluut niet wou annuleren. Mountainbiker Jakke zou me er in Herentals een lap op laten geven op een technisch uitdagend bosparcours in de Kempen. Een ronde telde 36 km en we zouden er twee rijden.

Toevallig hadden zowel hij als ik een uitvlucht om slechts één ronde te crossen. We fietsten de rode, groene en blauwe lus van het Sport Vlaanderen MTB parcours Herentals-Kasterlee met enkele extra pittige stukjes van Jakke himself die dat daar beter dan zijn broekzak kent.

Het eerste half uur bibberde ik van de stress en durfde niet eens over boomwortel-trapjes van 20 cm vliegen in de afdalingen. Klimmen geen probleem, maar dalen: hola, Pola… Ik moest er – l'histoire se répète – mentaal inkomen, mijn moed bijeen rapen en letterlijk Komaan Cattoor, zo geraak je er niet! als een mantra tegen mezelf herhalen.

Maar dan kwam ik in de flow en ontspande me zonder de alertheid te verliezen. Anders vlieg je tegen een boom, zoef je verkeerd over de boomwortels en trapjes of ga je uit de U- en S-bochten. En dat wou ik zeker nu met de trail run van zaterdag niet meemaken. Mijn benen waren nog steeds moe en zwaar en ik zwoer komende donderdag en vrijdag niet meer te zullen trainen.

Alzo geschiedde vandaag, samen met Runcoach.be, de eerste sportrustdag in La Roche. Een uur wandelen kan natuurlijk nooit kwaad. Benieuwd of de benen morgen weer een beetje luchter zullen voelen. En of het evenveel zal regenen als vandaag. Dat er zaterdag in de modder zal worden getraild is een feit. 😉

Angst de kop indrukken

Een jongetje was dol op paardrijden tot hij een dag van het paard viel. Daarna heeft hij nooit meer op een paard gezeten. Een begrijpelijke reactie maar wel jammer. Geen idee of ik mijn kind zou verplichten om verder te gaan paardrijden maar zelf besefte ik dat na mijn val van drie dagen geleden waarbij ik over kop ging, op mijn hoofd viel en mijn mountainbike op mij, zo snel mogelijk terug op die fiets moest springen. Ik ben dan ook een volwassene die dat inziet en volledig zelf kan beslissen hoe ik daarmee omga.

De ochtend na de val ging het trail lopen niet lekker wegens een linkerbeen dat toch meer gehavend bleek dan verwacht. De voorziene MTB-training van de namiddag werd afgelast en de volgende dag – gisteren dus – stond plots onverwacht rust op het programma.

Daarvoor kwam ik niet naar de Ardennen, hé.

Het werd een dag bij onze noorderburen met veel sauna, warme baden, koude baden en lezen in een boek over digitale marketing en in Franse bladen over trail running. Ach, het regende toch pijpenstelen.

Vandaag brak onze laatste dag in Spa aan. Runcoach.be en ik startten vanmorgen op MTB-route 5 om bij de splitsing na ongeveer 20 km verder te fietsen op route 6. Dat gebeurde niet zonder slag of stoot. Het had niet alleen gisteren maar ook de hele nacht ferm geregend dus de grond was nat wat enerzijds voor gladde steentjes en rotsen zorgde en anderzijds voor zachte modder en waterplassen.

Route 5 is het parcours waar ik donderdag na 18,5 feilloze offroad kilometers op de grillige heuvels en over boomwortels en sparrenappels ineens gevallen was. Op die plaats was ik mijn zuurverdiend zelfvertrouwen kwijtgespeeld. De Plek des Onheils had ik liever vermeden want ik wist zeker dat mijn zelfvertrouwen daar niet ergens als een item op de grond voor het oprapen lag. De regen zou het trouwens weggespoeld hebben. Enfin, ik had helemaal geen zin om daar weer te passeren maar de eerste 20 km van route 6 vallen onvermijdelijk samen met deze weg. Het was met een klein hartje en met halfvol vertrouwen in mijn Runcoach.be dat ik fietste. Voor het eerst fietste ik voor het (trainings)resultaat en niet voor het genot van de rit.

Dat ik na 4 kilometer tijdens een beklimming van een rots met mijn klikpedalen omviel was te wijten aan mijn koersbroek met extra stevig zeem die eigenlijk een maat te groot is. Ik moest rechtstaan op de pedalen en naar voor hellen om niet achterom te slaan want mijn voorwiel loste de grond door de hellingsgraad. Dat ging goed tot ik weer op mijn zadel wou zitten. Mijn zeem hing te laag waardoor hij vasthaakte aan mijn zadelpunt, ik mijn evenwicht verloor en naar rechts omviel. Een blauwe plek op mijn kont en een dikke sorry, het is niet erg, ik kan het echt wel, tegen Runcoach.be die natuurlijk geschrokken was. En innerlijk zei ik tegen mezelf dat het gedaan was met sukkelen.

Vervrouw je, trek die broek hoger en niet flauw doen!

Gelukkig zou dit de enige valpartij van de volledige rit worden. Bovendien was het zo dat ik na het passeren van de Plek des Onheils bij toverslag toch genoot van de rest van de rit. Goed voor 28 kilometer onverhoopt genot. Ik zou kunnen liegen en schrijven dat ik in stijl en met glans de Plaats der Val getrotseerd heb doch ik ben geen heldin. Ik ben afgestapt en met een inwendige vloek en mijn mountainbike in de hand naar beneden gestapt.

Vandaag deed ik een aantal MTB-dingen voor het eerst. Want ik ben nog steeds een beginner die in april voor het eerst op een mountainbike kroop. Het betreft door de modder en plassen crossen (mjammie!), over de duizend positieve hoogtemeters bijeen fietsen in één rit en beekjes doorsteken (watercrossing).

Er is nog veel werk aan de winkel om mijn hoogtevrees in de afdalingen te overwinnen maar ik geef niet op. En dát gevoel geeft mij veel energie en levenskracht.

Het eerste etmaal te Spa

Het leven zoals het is. Met ups en downs, figuurlijk en letterlijk. Bij mij lees je wat goed gaat maar ik veeg het afval nooit onder het tapijt. Als het niet goed lukt, zeg ik het ook. Iedereen beseft dat het leven geen ponykamp is. Ook niet in Spa.

Gisteren planden Runcoach.be en ik een bescheiden mountainbike training in de vooravond. We kozen route 5. Drie sterren qua technisch niveau, bijna volledig offroad en een dikke 20 km die nadien 27 km bleek. So far, so good. Klikpedalen gingen goed, zware klimpartijen gingen goed, afdalingen onder controle tot die ene na 18,5 km waar ik per ongeluk – uit schrik doe je domme dingen – fout remde. Op mijn voorwiel.

Uiteraard ging ik onmiddellijk over kop. In slow motion beleefde ik alles erg bewust. Mijn hoofd raakte hard de grillige grond en het leek of iemand een mokerslag op mijn kaak gaf. De impact werd door mijn fietshelm gecounterd. Ook mijn schouder deelde in de klappen. Daarna viel mijn fiets op me. Scheenbeen bloedde lelijk maar dat was oppervlakkig doch mijn linkerdijbeen was er het ergst aan toe. Mijn quadriceps was niet alleen bont en blauw, het voelde vooral alsof een bruut er op bleef schoppen.

Ik dacht dat het nog maar anderhalve kilometer was en droogde mijn tranen. Misschien was het nog niet zo slecht dat het nog een kleine 10 km met klimmen en dalen bleek te zijn want de angst moest verdreven worden. Trappen deed pijn, maar wat wil je. Een beetje trager gaat ook.

Vanmorgen viel de pijn in mijn linkerdij redelijk mee dus de geplande 20 km trail lopen kwam niet in het gedrang. Vastbesloten zou ik desnoods wandelen in plaats van lopen.

Zelf koos ik de rode route van Extratrail van Decathlon. Runcoach.be zou meelopen op mijn tempo tot in Spa zelf om dan op zijn tempo uiteindelijk 35 km door de bossen te rennen met 1156 positieve hoogtemeters op de zwarte route. Hij deed dat aan een gemiddelde van 5'58" per kilometer wat straf is.

In het begin kon ik nog lachen en genieten.

De heuvelachtige bossen waren sprookjesachtig en mijn conditie zat goed.

Maar ik was helemaal alleen. Er was een ruzie ontketend tussen mij en mijn linkerbeen dat ik na een tijdje met mankepoot aansprak. Dreigen, slijmen, smeken, niets hielp. Mankepoot zei foert! en ik moest mijn plan trekken.

De weg was nog lang en steil. De natuur was prachtig maar ik baalde compleet. Het lopen ging niet naar mijn zin en deed pijn.

Gelukkig heb ik al veel ervaring met trail lopen en lang alleen lopen. Mijn trukendoos ging open. Verstand op nul en rustig blijven lopen. Vier tellen inademen langs de mond, drie uit. Repeat. Dat helpt echt en is mijn stok achter de deur als ik het zwaar heb tijdens het lopen. De natuur begin weer te glinsteren als een grote schatkamer.

Het parcours was trouwens prima afgepijld. Onmogelijk om te verdwalen. Decathlon verdient echt een pluim met Extratrails. Plots kwam ik aan de splitsing van de rode en zwarte route die tot nog toe samenliepen. De zwarte route maakte een grotere lus die later terug zou aansluiten bij de rode. Ergens op dat zwart stuk moest Runcoach.be aan het lopen zijn. Of misschien was hij zo snel dat hij alweer op het gemeenschappelijke rijd-zwarte pad was en mij nooit zou inhalen omdat ik achterop hinkte. De moed zakte me in de schoenen en ik onderging weer een moeilijk moment ondanks het theatrale uitzicht op de splitsing, zie foto:

Gelukkig volgde hierna een redelijk vlak wandelpad dat helemaal niet technisch was en de vooruitgang verliep beter dan ik gehoopt had.

Mankepoot gehoorzaamde zo goed hij kon en bracht me op het laatst in een mooi bos. En ineens was ik klaar. Terug bij af. Mankepoot en ik hadden het zonder kleerscheuren gehaald.

De 36 km MTB training heb ik uitgesteld. Wijselijk maar eerlijk? Ik had er vooral geen zin in.

Hoogtemeters

Wat een erg sportieve driedaagse in Chiny en Florenville zou worden, werd noodgedwongen aangepast naar een beetje sport en veel rusten. De overtuiging ‘als ik het kan, kan iedereen het’ moet alweer genuanceerd worden. Met de oudste dochter – veertien lentes – per mountainbike bulk kilometers in de Ardennen pakken, wordt uitgesteld tot nader orde. Toen ze op voorhand beweerde enkel plat en heuvelafwaarts te willen fietsen, meende ze dat blijkbaar letterlijk. 

We sliepen aan de oever van de Semois in een tentje. Om 7u was ik al op en klaar om in de koelte van de ochtend te gaan biken. Mijn ontbijt bestond uit een banaan, aardbeienmoes en maiswafels met lijnzaad. We zaten namelijk in the middle of nowhere. Ik snakte naar de straffe koffie waarmee ik mijn dagen aanvang. Vroeg opstaan en flink ontbijten is voor mij de evidentie zelve doch mijn meisje sliep als een roos in de tent die vanaf 9u begon op te warmen. Om 10u vond ik dat het echt tijd was om uit de kokende tent te komen. Dat werd dus sowieso fietsen tijdens het warmste moment van de dag. Ontbijten wou ze niet. De zin in banaan, aardbeienmoes en maiswafels ontbrak waarschijnlijk. Niet eten + sportief fietsen = problems. Misschien was ik niet streng genoeg en had ik haar moeten verplichten te eten of toch op zijn minst water te drinken. ‘Neen’ bij een veertienjarige is behoorlijk defensief en pertinent.

Gedurende zeven luttele kilometers werd mijn geduld op de proef gesteld. Midden in de beklimmingen stapte ze af om eerst geen voet meer te willen verzetten, maar dan in te zien dat er geen deus ex machina kwam. Dan weigerde ze nog verder naar boven te fietsen wat eigenlijk logisch was want als je tijdens het stijgen naar stilstand gaat, is het loodzwaar om terug aan te  zetten. De helling werkt dan als een gigantische handrem die niet wil lossen. Bovendien had ze dorst gekregen en gedronken van de bidon die ik netjes op haar mountainbike had bevestigd. Water met isotoon poeder. Op haar nuchter maagje deed dit geen deugd, met buikpijn tot gevolg. Ze wist wanneer ze moest schakelen van groot naar klein verzet maar overschatte zichzelf en onderschatte het klimmen. Doseren vraagt natuurlijk ervaring. Jong geweld knalt en verschiet alle poer nog voor de helft van de karwei volbracht is zonder te denken aan wat nog zal komen. Het is niet voor niets dat de leeftijd van ultra (trail) lopers vrij hoog ligt. Volhouden tot het eind is enkel mogelijk als je secuur je energie verdeelt. Je moet een goede loop- of fietseconomist zijn.


We geraakten in Florenville en namen een heel lang pauze met koffiekoeken en verwondering van het panoramisch zicht op de velden en de bossen daarachter.  Ze zei dat ze MTB haatte. Op een terrasje bestelde ik mijn eerste en laatste koffie van de dag en bereidde ik me voor op nog zeven kilometer tranen van woede. Haar optie dat ik terug zou fietsen en haar met de wagen oppikken wou ik niet horen. Ik wist dat als ik daaraan zou toegeven, ze een negatieve bevestiging zou krijgen. Dat het niet gaat. Zie je wel. Ik had het gezegd. 

Mijn meisje is geen watje. Het is een sterke meid die goed kan volhouden bij kajakken dus met de mountainbike moest dit ook lukken. Heel rustig zei ik dat we verder moesten. Dat niemand het voor ons in onze plaats ging doen. Dat ze moest blijven fietsen en niet midden in de stijging afstappen want dat het te voet langer duurde zoals ze had kunnen ondervinden. Dat het dan eigenlijk nog lastiger is. Lichamelijk maar ook mentaal want verschillende mensen hadden haar onderweg gevraagd of haar fiets stuk was toen ze haar zagen wandelen. Vriendelijk bedoeld maar motiverend was dat niet. 

Ze stapte op haar mountainbike en ik volgde haar. Ze trapte en volgde elke instructie keurig op. ‘Kijk, zie je die heuvel aankomen? Verander naar je klein blad ter hoogte van die boom.’ ‘Rustig blijven trappen, je zit in de juiste versnelling.’ ‘Goed bezig, blijven gaan.’ En dan ineens zonder ook maar één keer gestopt te hebben, waren we terug bij onze tent. 

‘Zie je wel dat je het kan?! Je hebt het gewoon gedáán.’ De beperkende overtuiging iets niet te kunnen was geëvolueerd naar de fijne vaststelling iets toch te kunnen. Een kleine stap maar een wereld van verschil.

Schobbejak route

Terwijl ik op de mountainbike de lekkere zomergeur van de bossen opsnoof, besefte ik dat er ergere manieren waren om de vroege ochtend door te brengen. Sommigen doen het zichzelf aan, wentelen zich in zelfbeklag en leggen de schuld steevast bij een ander. Trek die stap- of loopschoenen aan, spring op je fiets of doe iets anders maar beweeg voor je verzuurt. Klagen, zagen en steeds oordelen, helpt je geen meter vooruit. Enfin, dat wisten jullie al. 🙂


Een tijdje geleden reed ik verkeerd op een MTB-parcours van Brugge naar Damme. Een herkansing bood zich aan. Vanmorgen bekeek ik de kaart digitaal opnieuw, stelde vast dat hij een naam heeft – de Schobbejak route – en lette erg goed op waar ik de vorige keer gemist was. 

Ik had nog voor 8u de deur uit kunnen zijn maar besloot eerst een bidonhouder aan mijn frame te vijzen. Dat werd tijd. Eindelijk zou ik kunnen rijden en drinken tegelijk. De bidon vulde ik met 600 ml water en een bruistablet, een staaltje dat ik op de Brugse Triatlon kreeg.

De eerste stop maakte ik bij een kudde schapen.

 

De tweede fotopauze was op een zandweg .


Enfin, ik ben dus geen enkele keer op mijn bek gegaan tijdens het fietsen en sloot deze heerlijke rit af met een welverdiende kop koffie. Wat een heerlijke zomerochtend dicht bij huis. Ik hoop dat die van jou ook zo mooi was.

Assan rechtedeure


Vandaag gaf ik nascholing databasemanagement aan docenten op campus Kortrijk. Om de ecologische voetdruk te beperken en kilometers te malen, verplaatste ik me met de mountainbike. De kortste afstand van hartje Brugge naar Vives Kortrijk is 48 km.

Onderweg had ik geen pech, verdwaalde niet en ik kwam ruim op tijd aan dankzij mijn sterke benen die me niet in de steek lieten. Gelijk een ‘echte’ coureur. Er was wel een feit waardoor ik mezelf uit de comfortzone moest duwen om te vertrekken. Het goot namelijk water oftewel: het regende pijpenstelen, katten en honden. De hemelsluizen stonden open.

Ik fietste van Brugge naar Oostkamp en vanaf dan was het altijd rechtdoor langs de N50 tot in Kortrijk. Verdwalen voor Kortrijk zat er niet in en in Kortrijk zou ik een kaart bekijken. In de gietende regen fietste ik langs Waardamme, Ruddervoorde, Zwevezele, Egem, Pittem, Ardooie, Meulebeke, Ingelmunster, Hulste, Kuurne naar Kortrijk.

Vol modderspatten en kletsnat kwam ik aan op de campus in Kortrijk. Bibberend sukkelde ik met het fietsslot. Het idee mijn beestje onbewaakt achter te laten, stond me niet aan.

Ik waste me, kamde mijn haar en trok mijn jurk en pumps aan. Het duurde even voor ik stabiel op m’n hoge hakken kon blijven staan. Mijn lijf was koud tot op het bot en de airco in het computerlokaal waar ik les gaf was een beetje teveel van het goede.

Ik besefte nog niet dat ik een fout gemaakt had door niets meer te eten noch te drinken tot 13u. Dan at ik als lunch een broodje kaas en dronk een flesje Cola Zero. Om 13u30 trok ik terug mijn natte wielerkledij en -schoenen aan. Het thuisfront lonkte en het regende niet meer. De wind zat in de verkeerde richting en langzaam liep mijn batterij leeg. Na 30 km had ik geen kracht meer, schele koppijn en voelde me duizelig. Op de koop toe werd ik bijna aangereden door een bestelwagen die rechts afdraaide en mij duidelijk niet gezien had. We konden allebei op het laatste nippertje remmen waardoor we op een paar centimeter voor de net vermeden impact tot stilstand kwamen. Wonderbaarlijk klikten mijn schoenen snel los anders was ik voor zijn neus gevallen. Ik reed verontwaardigd verder richting Brugge en veegde een paar tranen uit mijn gezicht. Ik hoop dat die man er net zo slecht van was als ik me voelde.

Toen ik in Oostkamp kwam, stapte ik af aan een bankkantoor. Het leek een verzopen bankovervaller met fietshelm die gewapend met een debetkaart bevend het kantoor binnen stuikte. Met de centjes en mijn laatste kracht strompelde ik een bakkerij binnen en bestelde twee appelflappen, een vierkante crèmekoek en een flesje water. Op straat verorberde ik alles als een hongerige landloper. Natuurlijk was ik nog niet direct terug op krachten waardoor ik eerst een half kilometertje naast mijn fiets wandelde om dan pas terug het stalen ros te bestijgen.

Mijn lesje heb ik echt wel geleerd door aan de lijve te ondervinden dat het menselijk lichaam extra brandstof nodig heeft als je bijna 100 km fietst. Ik stond versteld van mijn calorieverbruik. Om 17u had ik al ruim 4450 kcal verbrand.


En het onderstaand kaartje en cijfermateriaal mag je maal twee doen. Wat een bijzondere werkdag.

Een sportontbijtje

image

Of fietsers net zoals lopers eten, moet ik nog uitvissen maar omdat mij vandaag een lange trotte toelacht, is de eerste maaltijd van de dag dit geworden. Twee bananen met vier grote scheppen yoghurt, bestrooid met cacao nibs en druifjes.

Vandaag ga ik namelijk werken op de campus in Kortrijk en verplaats me daarvoor vanuit Brugge per fiets. Dat deed ik nooit eerder en ik vind het spannend. Wat als ik verdwaal? Wat als ik fietspech krijg? Wat als ik trager vooruitga dan verwacht? Dat laatste kan ik counteren door ruim om tijd te vertrekken. Om 10u geef ik daar les, Google Maps zegt dat het 2u23 fietsen wordt voor de kortste weg die 46 km telt, dus als ik stipt om 7u vertrek, zou ik mooi op tijd moeten zijn om me te verfrissen en netjes present te zijn. Het betekent ook dat ik een rugzak zal dragen met daarin een kreukvrije jurk, pumps, handdoek en dergelijke.

Allez, ik ben ermee weg. Nadien laat ik wel horen hoe het meeviel. En of het voor herhaling vatbaar is.